Datatabel
Coach maakt automatisch variabelen aan voor data die via sensoren, actuatoren, videometingen, modellen, functies of handmatig wordt ingevoerd. Deze data wordt in de datatabel in kolommen opgeslagen. In elke activiteit of elk resultaatbestand is er één datatabel voor alle gegevens.
Zolang er geen meting wordt uitgevoerd, blijft de datatabel leeg. Wanneer de meting gestart wordt (sensorexperiment, videometing of model) wordt de tabel gevuld met data. Het aantal variabelen (kolommen in de tabel) is onbeperkt. Het aantal meetpunten per meting (rijen in de tabel) heeft een maximum van 500.000. Elke nieuwe meting voegt een nieuwe "Run" toe aan de datatabel.
Datatabel weergeven
- Klik op de Datatabelknop in de knoppenbalk om het tabelvenster weer te geven
of te verbergen
.
- De datatabel wordt standaard in het paneel rechtsboven weergegeven. De datatabel kan ook als los venster gebruikt worden, klik hiervoor met de rechtermuisknop in de tabel en kies Venster loskoppelen. Om het venster opnieuw te plaatsen in een paneel klik je met de rechtermuisknop in de tabel en kies je Venster verankeren. Klik daarna op de plek waar je de datatabel wilt plaatsen.
- Als de datatabel veel rijen of kolommen bevat, kunnen deze worden getoond door gebruik te maken van de horizontale en verticale schuifbalken. De tekst kan ook groter of kleiner gemaakt worden met de optie Zoom uit het Gereedschapsmenu.
De volgende onderwerpen bieden meer informatie over de Datatabel: